Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

Maculadegeneratie

Wat is maculadegeneratie?

Bij maculadegeneratie is sterven de cellen in het midden van het netvlies af.

Het midden van het netvlies heet de macula of gele vlek. De cellen die hier liggen heten kegeltjes. Kegeltjes zorgen ervoor dat we scherp zien en kleuren kunnen zien.

nhg-afbeelding-oog.png

Maculadegeneratie begint meestal na het 50e jaar. Het is de meest voorkomende oorzaak van slecht zien bij ouderen.

Er zijn 2 vormen van maculadegeneratie:

  • droge maculadegeneratie: in de loop van jaren waziger zien in het midden van uw gezichtsveld
  • natte maculadegeneratie: vervormingen van wat u ziet, door het ontstaan van nieuwe bloedvaatjes in het netvlies

De droge vorm komt het meest voor en kan overgaan in de natte vorm.

Bij maculadegeneratie komen er ophopingen van afvalstoffen van cellen in het netvlies. De oogarts kan ze zien als witgele vlekjes in de gele vlek (=macula) van het netvlies.

Achter de gele vlek kunnen bloedvaatjes gaan groeien. Dan kan er vocht en bloed in of onder het netvlies lekken. Daarom wordt dit natte maculageneratie genoemd. Deze lekkage beschadigt het netvlies.

De oorzaak van maculadegeneratie is niet duidelijk. De volgende zaken kunnen een rol spelen bij het ontstaan van maculadegeneratie:

  • ouder worden
  • roken
  • een staaroperatie gehad hebben
  • maculadegeneratie in de familie

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Neem contact op bij deze klachten:

  • U ziet plotseling minder.
  • U ziet vervormde beelden.

Deze klachten kunnen erop wijzen dat de droge vorm is overgegaan in de natte vorm. Voor de natte vorm kunt u behandeld worden.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Ranibizumab, bevacizumab, aflibercept en verteporfine
Ranibizumab, bevacizumab, aflibercept en verteporfine verhinderen de aanmaak van nieuwe bloedvaatjes en remmen de ontsteking van het netvlies. Hierdoor zal in de meeste gevallen de gezichtsscherpte niet verder afnemen. In veel gevallen neemt de gezichtsscherpte zelfs weer enigszins toe.