Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

fosinopril

Fosinopril behoort tot de ACE-remmers. Het verlaagt de bloeddruk en verbetert de pompkracht van het hart.

Artsen schrijven het voor bij hoge bloeddruk en hartfalen.

Wat doet fosinopril en waarbij gebruik ik het?

Hoge bloeddruk

Verschijnselen
Mensen met een hoge bloeddruk voelen hier in het algemeen niets van. Hoge bloeddruk is ook geen ziekte, maar geeft meer kans op hart- en vaatziekten.

Als de bloeddruk is verhoogd, stroomt het bloed te krachtig door de vaten. Dit is schadelijk voor de bloedvaten.

Beschadigde bloedvaten verhogen de kans op een beroerte (herseninfarct of hersenbloeding) en ernstige hartziekten, zoals hartkramp en hartfalen.

Werking
ACE is de afkorting van een enzym dat een rol speelt bij de spanning van de spiertjes rond de bloedvaten. Door het ACE te remmen vermindert de spanning in deze spiertjes. Hierdoor worden de bloedvaten ontspannen en wijder. Het bloed kan daardoor beter doorstromen en de bloeddruk gaat omlaag.

Door ACE-remmers scheiden de nieren ook meer zout (natrium) uit met de urine. Dit helpt ook de bloeddruk omlaag te brengen. Door de lagere bloeddruk is er minder kans op een hart- en vaatziekte, zoals een beroerte.

Behandeling
Bij de behandeling van een hoge bloeddruk kunnen artsen verschillende medicijnen voorschrijven. Vaak beginnen ze met een plastablet en/of een bètablokker. Als deze onvoldoende helpen of als deze niet gebruikt kunnen worden, kan de arts een ACE-remmer voorschrijven. Soms schrijft de arts direct een ACE-remmer voor, bijvoorbeeld als ook hartfalen of een nierziekte bestaat.

Effect
Na 3 tot 6 weken is het volledige effect op de bloeddruk bereikt. Zelf merkt u hier niet veel van. U weet pas of het werkt bij een meting van uw bloeddruk. Toch is het belangrijk fosinopril elke dag in te nemen. Alleen dan kan dit medicijn u optimaal beschermen tegen hart- en vaatziekten.

Lees meer over hoge bloeddruk . “

Hartfalen

Verschijnselen
Bij hartfalen (hartzwakte) is de pompkracht van het hart verzwakt. Het bloed wordt niet meer goed rondgepompt. U bent daardoor sneller moe en u kunt last krijgen van vocht in de benen of achter de longen. U bent dan ook sneller benauwd.

Oorzaak
Hartfalen kan ontstaan door een langdurig bestaande hoge bloeddruk, slecht werkende hartkleppen, vernauwing in de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (kransslagaders), stoornissen in het hartritme of een hartinfarct.

Behandeling
Behalve het wegnemen van de oorzaak, zoals het behandelen van de hoge bloeddruk of het vervangen van een slechte hartklep, spelen geneesmiddelen een belangrijke rol bij hartfalen. De belangrijkste medicijnen zijn plastabletten en ACE-remmers of angiotensine-II-blokkers. Vaak schrijft de arts een combinatie van deze medicijnen voor, bijvoorbeeld een ACE-remmer met een plastablet.

Werking
ACE-remmers verlagen de bloeddruk en verbeteren de conditie van de hartspier. Hierdoor verbetert de pompkracht van het hart en verminderen uw klachten . Mensen met hartfalen, die met dit medicijn de pompkracht van hun hart hebben verbeterd, hebben minder kans om aan een hartziekte te overlijden.

Effect
Na 3 tot 6 weken is het volledige effect van dit medicijn bereikt. U merkt dan dat u minder last heeft van dikke enkels, benauwdheid en moeheid.

Lees meer over hartfalen . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Kriebelhoest

    De hoest kan heel hardnekkig zijn en niet verminderen als u de gebruikelijke middelen tegen kriebelhoest gebruikt. Als bij u deze bijwerking niet overgaat, ga dan naar uw arts. Mogelijk kan uw arts een ander medicijn voorschrijven dat deze bijwerking niet heeft.

  • Duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel.

    Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk, binnen enkele dagen tot weken. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Neem dit medicijn de eerste paar keer 's avonds in op de rand van uw bed, zodat u bij duizeligheid kunt gaan liggen. Raadpleeg uw arts als u na enkele weken nog steeds last heeft van duizeligheid.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, buikpijn of diarree.

    Zeer zelden zure oprispingen, winderigheid en obstipatie. Meestal helpt het als u dit medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

    Diarree, overgeven of koorts kan voor uitdroging zorgen. Dit leidt vooral bij ouderen boven de 70 jaar en bij mensen met hartfalen of minder goed werkende nieren tot erge bijwerkingen. Daarom kan de arts bij deze groep mensen de dosering tijdelijk aanpassen. Valt u onder deze groep? En heeft u meerdere keren per dag last van overgeven of diarree, of heeft u langer dan 2 dagen koorts? Neem dan contact op met uw arts.

  • Hoofdpijn, vermoeidheid en stemmingswisselingen.

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Griepachtige verschijnselen met een loopneus.

    Zeer zelden keelpijn, heesheid, kortademigheid, zweten, longontsteking. Waarschuw bij ernstige benauwdheid een arts.

  • Spierkrampen en pijn in spieren en botten.

    Zeer zelden gewrichtspijn en jicht.

  • Huiduitslag. Als u de huidziekte psoriasis heeft: de klachten kunnen verergeren. Als u dit merkt, neem dan contact op met uw arts.

    Zeer zelden jeuk, galbulten. Raadpleeg dan uw arts.

  • Teveel aan kalium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit meestal zelf niet op. Een enkele keer kunt u hierdoor last krijgen van lusteloosheid en hartritmestoornissen. Een te hoog kaliumgehalte kan met name ontstaan als uw nieren minder goed werken of als u hartfalen heeft.

    Uw arts zal het kaliumgehalte regelmatig controleren.

  • Smaakveranderingen, droge mond, zweertjes in de mond (aften) en ontsteking van de tong.

    Door de droge mond kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker uw gebit controleren.

  • Wazig zien.

    Meestal gaat dit na enige dagen tot weken over. Blijft u er last van houden? Raadpleeg dan uw arts.

  • Slaperigheid of juist slapeloosheid, nervositeit en verwardheid.

  • Impotentie

    Dit komt door de lagere bloeddruk. Als u last heeft van deze bijwerking, vraag dan advies aan uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast worden, of is een ander medicijn geschikter voor u.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Oorsuizen en oorpijn.

  • Een verminderde nierwerking na gebruik gedurende meerdere maanden.

    Meestal merkt u dit niet zelf op, maar via bloedonderzoek kan dit worden opgemerkt. Uw arts zal de nierfunctie regelmatig controleren. Zeer zelden moeilijkheden met plassen.

  • Ontsteking van de alvleesklier of van de lever en bloedafwijkingen. Bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, geelzucht, onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel, moet u direct een arts waarschuwen.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kan zich uiten in 'angio-oedeem': een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden.

    Als dit ontstaat moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-hulpdienst gaan. U mag dit soort medicijnen in de toekomst dan niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor fosinopril. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel of een andere ACE-remmer niet opnieuw krijgt.

  • Als u diabetes mellitus heeft: u kunt eerder een te laag bloedglucosegehalte (hypo) krijgen door dit medicijn.

    Controleer daarom vaker uw bloedglucosegehalte.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik fosinopril gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Plastabletten. Deze wisselwerking is alleen van belang als u al wel een plastablet gebruikt en daar nu een ACE-remmer bij krijgt. De eerste paar dagen dat u deze combinatie gebruikt kunt u last krijgen van erge duizeligheid, doordat de bloeddruk sterk daalt. Meestal raadt de arts daarom aan om de plastabletten enkele dagen niet in te nemen. Na twee of drie dagen begint u dan met de ACE-remmer. U heeft zo minder last van duizeligheid. Als u de ACE-remmer vervolgens twee of drie dagen gebruikt kunt u zonder problemen de plastablet weer innemen.Ook kan uw arts u aanraden om de plastablet wel te blijven gebruiken. De arts zal dan aangeven om de eerste dagen met een lage dosis fosinopril te beginnen en die na een paar dagen te verhogen.
  • Andere bloeddrukverlagende medicijnen. De bloeddruk kan te laag worden als u fosinopril samen met andere bloeddrukverlagers gaat gebruiken. Uw arts houdt hier rekening mee en zal in het begin een lagere dosering voorschrijven. Al naar gelang het effect zal de arts de dosis geleidelijk verhogen.
  • Kaliumzout en de kaliumsparende plasmiddelen, spironolacton en triamtereen. Door combinatie van de ACE-remmer met deze middelen kan de hoeveelheid kalium in het bloed te hoog worden. U merkt dit aan lusteloosheid en hartritmestoornissen. U kunt de combinatie veilig gebruiken, als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten. Kalium zit ook in ‘zeezout’ of ‘dieetzout’. Het eten van veel van deze zouten kan ook de hoeveelheid kalium in het bloed verhogen.
  • De antibiotica co-trimoxazol (trimethoprim/sulfamethoxazol) en trimethoprim. De combinatie kan de hoeveelheid kalium in het bloed te hoog maken. U merkt dit aan een onregelmatige hartslag, gevoelloosheid of vreemd gevoel in de armen of benen, lusteloosheid, verwardheid en zwakte. Raadpleeg bij een of meer van deze verschijnselen uw arts.U kunt de combinatie veilig gebruiken als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten.
  • Lithium, een middel tegen manische depressiviteit. Fosinopril kan de bijwerkingen van lithium versterken, zoals maagdarmklachten, trillen, spierzwakte, spiertrekkingen, duizeligheid, slaperigheid, sufheid, verwardheid, verminderde concentratie, moeite met lopen en spreken en epileptische aanvallen. Waarschuw meteen uw arts als u last krijgt van één van deze bijwerkingen. Uw arts moet het lithiumgehalte in het bloed regelmatig laten meten en de dosering eventueel aanpassen.
  • Pijnstillers van het NSAID-type, zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac. Deze pijnstillers kunnen de werking van fosinopril bij hoge bloeddruk en hartfalen verminderen. Gebruik u een pijnstiller van het NSAID-type langer dan twee weken? Dan zal uw bloeddruk extra gecontroleerd moeten worden. Bij hartfalen: als u meer klachten krijgt van moeheid, benauwdheid of dikke enkels, neem dan ook contact op met uw arts.
  • De afweeronderdrukkers everolimus, sirolimus en temsirolimus. Het risico is dan hoger op ‘angio-oedeem’, een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Als dit ontstaat, moet u onmiddellijk een arts raadplegen of naar de Eerste-hulpdienst gaan. Mogelijk schrijft uw arts een ander medicijn voor.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
De eerste dagen dat u fosinopril gebruikt, kunt u duizelig zijn. Dit komt doordat uw lichaam zich nog moet instellen op de lagere bloeddruk. Na enkele dagen is dat meestal weer over en is autorijden geen probleem. Indien u duizelig blijft of last heeft van wazig zien: neem dan geen deel aan het verkeer.

alcohol drinken?
Alcohol verwijdt de bloedvaten, net als fosinopril. U kunt daardoor last krijgen van duizeligheid. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate. U kunt dan zelf inschatten of u hier veel last van krijgt. In het algemeen is enkele keren per week een glas wijn geen probleem.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Dit medicijn is schadelijk voor de baby. Gebruikt u dit medicijn al en bent u zwanger of wilt u zwanger worden? Overleg dan met uw arts. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn dat wel veilig is tijdens de zwangerschap.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of het in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Misschien kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Wanneer?
U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Kies wel een vast tijdstip, bijvoorbeeld ’s ochtends bij het ontbijt, dan vergeet u minder snel een dosis. Als u in het begin veel last heeft van duizeligheid, kunt u het ook ’s avonds voor het naar bed gaan innemen.

Hoe lang?

  • Hoge bloeddruk. Een behandeling voor hoge bloeddruk is meestal langdurig. Als dit medicijn goed bij u werkt, moet u dit medicijn waarschijnlijk uw leven lang gebruiken.
  • Hartfalen. Waarschijnlijk moet u dit medicijn langdurig gebruiken. Overleg dit met uw arts.