Medische Encyclopedie
Inhoud
- Wat doet romiplostim en waarbij gebruik ik het?
- Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
- Mag ik romiplostim gebruiken met andere medicijnen?
- Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
- Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
- Hoe gebruik ik dit medicijn?
romiplostim
Romiplostim helpt het beenmerg om meer bloedplaatjes te maken. Hierdoor stijgt het aantal bloedplaatjes in het bloed.
Artsen schrijven het voor bij een vorm van bloedstollingsziekte.
Wat doet romiplostim en waarbij gebruik ik het?
Bloedstollingsziekten
Romiplostim wordt gebruikt bij de bloedstollingsziekte immuun trombocytopenie (ITP), als andere medicijnen onvoldoende helpen. ITP is een auto-immuunziekte. Dit betekent dat het afweersysteem de eigen cellen aanvalt, in dit geval de bloedplaatjes. Dit maakt de bloedplaatjes kapot die nodig zijn voor het dichtmaken van wonden. Door te weinig bloedplaatjes ontstaan er sneller bloedingen. Dit herkent u bijvoorbeeld aan kleine puntjes onder de huid (puntbloedingen), sneller blauwe plekken, een bloedneus of bloedend tandvlees.
Werking en effect
Romiplostim helpt het lichaam om meer bloedplaatjes te maken. Hierdoor stijgt de hoeveelheid bloedplaatjes in uw bloed en heeft u minder kans op bloedingen. Het aantal bloedplaatjes stijgt binnen 2 weken.
Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
Hoofdpijn. Zelden aanvallen van hevige hoofdpijn (migraine).
Overgevoeligheid
Een overgevoeligheid voor dit medicijn merkt u aan huiduitslag, galbulten of jeuk. Raadpleeg dan uw arts. Zelden komt ernstige overgevoeligheid voor. U merkt dit aan flauwvallen of een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Waarschuw in al deze gevallen direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
Als u overgevoelig bent voor romiplostim, mag u het niet meer gebruiken. Geef dit daarom aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.
Meer kans op infecties, zoals verkoudheid en ontsteking van de keel, neus en neusbijholten.
Zelden komt bij kinderen ontsteking van de neusbijholten, keel, oren of ogen voor.
Bij kinderen: keelpijn, buikpijn en ontsteking van neuslijmvlies.
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
Bloedafwijkingen. Uw arts zal uw bloed regelmatig laten controleren.
- Te weinig rode bloedcellen (bloedarmoede) merkt u aan snel moe voelen, een bleek gezicht, moeite met ademen en hartkloppingen.
- Te weinig bloedplaatjes merkt u aan bloedingen, zoals bloedneuzen, kleine rode vlekjes op de huid, snel blauwe plekken en bloed in uw plas. Waarschuw uw arts als u deze klachten heeft.
Niet kunnen slapen (slapeloosheid), vermoeidheid en duizeligheid.
Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, diarree, buikpijn, maagpijn, verstopping en ontsteking van de maag of darm. Zeer zelden overgeven en opboeren.
Griepachtige verschijnselen, zoals koorts en koude rillingen.
Hartkloppingen
Vorming van bloedklonters (trombose).
Dit kan komen door een verhoogde aantal bloedplaatjes. Heeft u last van kortademig zijn, plotselinge pijn op de borst of een pijnlijk en gezwollen been? Waarschuw dan direct uw arts.
Pijn
U kunt pijn krijgen in uw botten, gewrichten, rug, spieren, armen en benen.
Een tintelend, prikkelend of doof gevoel.
Dikke vinger of dikke enkels.
Dit komt doordat uw lichaam te veel water vasthoudt in uw armen of benen.
Blozen
Reacties op de injectieplaats, zoals pijn, blauwe plek, zwelling en zeer zelden bloedingen.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Verkleuring van uw tanden.
Veranderde smaak of slikproblemen.
Bij een veranderde smaak kunnen eten en drinken anders smaken dan u gewend bent.
Kale plekken op uw hoofd.
Problemen met uw ogen, zoals rode ogen en moeite hebben om van dichtbij scherp te zien.
Problemen met uw hart, zoals hartinfarct en slle hartslag.
Een hartinfarct merkt u aan hevig drukkende pijn op uw borst. Soms straalt de pijn uit naar de linkerarm of naar de kaken. Vaak bent u misselijk, en zweterig en klam. Waarschuw onmiddellijk een arts.
Verandering in uw gewicht.
Uw kunt zwaarder of lichter wegen.
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Uitleg frequenties
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen
Mag ik romiplostim gebruiken met andere medicijnen?
Er zijn van dit medicijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.
Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.
Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.
Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken. Of u kunt flesvoeding geven.
Hoe gebruik ik dit medicijn?
Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.
Hoe?
Injectie vlak onder de huid: in uw bovenarm, buik of bovenbeen.
In het algemeen worden de injecties in het ziekenhuis, de polikliniek of door de wijkverpleegkundige gegeven. Mogelijk heeft u geleerd uzelf te injecteren.
Zelf toedienen
• Lees voor gebruik de gebruikershandleiding in de verpakking.
• Bewaar de injectiespuiten in de koelkast (niet in het vriesvak).
• U mag dit medicijn ook bij kamertemperatuur bewaren (onder de 25 °C), maar niet langer dan 30 dagen.
Wanneer?
U krijgt 1 keer per week een injectie. Dit kan op elke moment van de dag.
Hoelang?
Als er na 4 weken geen verhoging van het aantal bloedplaatjes is, heeft het geen zin om romiplostim verder te gebruiken. Overleg met uw arts. Misschien is een ander medicijn geschikter voor u.