Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

trihexyfenidyl

Trihexyfenidyl gaat de werking tegen van een stofje in uw lichaam dat signalen doorgeeft van uw zenuwen naar uw spieren (acetylcholine).

Artsen schrijven het voor bij bewegingsstoornissen veroorzaakt door medicijnen en – zeer zelden – bij de ziekte van Parkinson.

Wat doet trihexyfenidyl en waarbij gebruik ik het?

Bewegingsstoornissen door geneesmiddelen

Verschijnselen
Sommige medicijnen kunnen problemen met bewegen veroorzaken. Dit is vooral het geval met antipsychotica. Deze worden gebruikt bij psychoses, schizofrenie en ernstige verwardheid.

Onder bewegingstoornissen verstaat men verschijnselen die lijken op de ziekte van Parkinson (parkinsonisme), plotselinge spiertrekkingen (acute dystonie) en rusteloosheid (acathisie).

Behandeling
Als u veel last heeft van de bewegingsstoornissen, zal uw arts proberen de dosering te verlagen. Of een ander medicijn te zoeken dat deze bijwerking bij u niet of in mindere mate heeft. Is dat niet mogelijk of blijft u last houden, dan kan uw arts een medicijn als biperideen voorschrijven. Dit wordt vooral gedaan bij ‘parkinsonisme’ en ‘acute dystonie’. Bij rusteloosheid schrijven artsen meestal een ander, rustgevend, medicijn voor, zoals een benzodiazepine of een bètablokker.

Soms zal de arts bewegingsstoornissen proberen te voorkomen. Hij schrijft dan de eerste week een medicijn als trihexyfenidyl voor.

Werking
De hersenen sturen de spieren aan. Een bijwerking van antipsychotica is dat ze deze aansturing in de hersenen stimuleren. Trihexyfenidyl remt de aansturing en herstelt zo het evenwicht in de hersenen.

Effect
U merkt het effect in het begin vooral aan het optreden van de bijwerkingen. Na een paar dagen zult u merken dat de bewegingsstoornissen minder worden.

Lees meer over bewegingsstoornissen door geneesmiddelen . “

Ziekte van Parkinson

Bij de ziekte van Parkinson kunnen de hersenen niet meer de juiste berichten versturen, bijvoorbeeld naar de spieren.

Verschijnselen
Er  ontstaan bewegingsproblemen, zoals spierstijfheid, moeite met slikken, beven, loop- en spraakstoornissen. De verschijnselen van de ziekte van Parkinson worden in de loop van de jaren steeds sterker.

Behandeling
De ziekte van Parkinson is niet te genezen. Medicijnen kunnen wel een deel van de verschijnselen verminderen.

Trihexyfenidyl wordt alleen gebruikt bij mensen die veel last hebben van beven en trillen. En bij wie andere medicijnen deze klachten onvoldoende verminderen. Mensen boven de 65 jaar zijn gevoeliger voor de bijwerkingen van dit medicijn. Daarom schrijven artsen dit medicijn aan ouderen liever niet voor.

Werking
Trihexyfenidyl remt de werking van de boodschapperstof (‘neurotransmitter’) acetylcholine in de hersenen. Het verbetert in de hersenen het verstoorde evenwicht tussen de verschillende boodschapperstoffen, zoals dopamine en acetylcholine. Hierdoor verminderen spierstijfheid en trillen.

Effect
U merkt het effect in het begin vooral aan het optreden van de bijwerkingen. Na een paar dagen zult u merken dat de bewegingsstoornissen minder worden.

Lees meer over ziekte van parkinson . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid bij opstaan, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel, of flauwvallen.

    Zorg ervoor dat u langzaam opstaat uit liggende of zittende houding. Voelt u zich toch duizelig, dan kunt het beste even gaan liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Deze klacht gaat meestal binnen een paar dagen tot weken over, als uw lichaam zich heeft ingesteld op dit medicijn. Als u na een paar weken nog steeds last heeft van duizeligheid, moet u uw arts raadplegen.

  • Wazig zien, doordat u moeilijker scherp kunt stellen, en gevoeligheid voor licht.

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Vermoeide, branderige of droge ogen, doordat uw ogen minder traanvocht aanmaken. Vooral mensen die contactlenzen dragen, hebben hier sneller last van.

  • Droge huid of blozen.

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Droge mond doordat u minder speeksel aanmaakt.

    Heeft u in het begin van de behandeling veel last heeft van een droge mond? Dan kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes.  Door de droge mond ontstaan sneller gaatjes in uw gebit en ontstekingen van het slijmvlies van de mondholte. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

  • Misselijkheid en braken.

    Neem dit medicijn daarom bij het eten of met wat voedsel in. U heeft dan minder last van deze bijwerking. Deze bijwerking gaat meestal over als u aan dit medicijn gewend bent. Neem contact op met uw arts als u wel last blijft houden. Mogelijk kan de arts u tijdelijk een medicijn tegen de misselijkheid voorschrijven, tot u gewend bent geraakt aan de dit medicijn.

  • Verstopping

    Eet vezelrijke voeding en drink veel. Neem contact op met uw arts als u hier veel last van blijft houden.

  • Smaakverlies

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Slaperigheid en sufheid.

    Hierdoor kan uw reactievermogen afnemen. Rijdt geen auto als u slaperig wordt van dit medicijn. Meestal wordt deze bijwerking minder als u aan dit medicijn gewend bent. Als u hier last van blijft houden, overleg dan met uw arts.

  • Hartkloppingen en versnelde hartslag.

    Neem contact op met uw arts als u dit bemerkt.

  • Moeilijk kunnen plassen. Als u een vergrote prostaat heeft, kunt u meer klachten krijgen.

    Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

  • Hoofdpijn

    Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Psychische klachten, zoals onrust, verwardheid, angstgevoelens, prikkelbaarheid, opwinding, nachtmerries, waanvoorstellingen (hallucinaties), geheugen- en concentratiestoornissen. Vooral bij mensen die ouder zijn dan 65 jaar.

    Neem contact op met uw arts als u hier last van krijgt. Mogelijk moet de dosering worden aangepast. Als u al psychische klachten heeft, zoals waanvoorstellingen of psychose, geef dan aan uw psychiater door dat u dit medicijn gaat gebruiken. Uw psychiater kan deze klachten extra in de gaten houden.

  • Oververhitting. Zorg bij koorts of hitte voor voldoende afkoeling, bijvoorbeeld met natte washandjes.

    Dit komt doordat u minder gaat zweten en daardoor de warmte minder goed kwijt kunt.

  • Bij mensen met een aangeboren tekort van het enzym G6PD kan een ernstige bloedafwijking ontstaan. U merkt deze bloedafwijking aan vermoeid zijn, duizelig zijn, bleke kleur, gele huid, donkere kleur van uw plas en kortademig zijn.

    Overleg met uw arts. Weet u dat u een G6PD-tekort heeft? Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u medicijnen die problemen veroorzaken bij G6PD-tekort niet meer krijgt.

  • Bewegingsstoornissen. Zoals vreemde bewegingen van tong en mond, zoals smakken, zuigen of kauwen, en vreemde gezichtsuitdrukkingen. Verder buigen en strekken van vingers en tenen, zwaai- en draaibewegingen van schouders en bekken.
    Heeft u al last van bewegingsstoornissen? Neem dan contact op met uw arts. De klachten kunnen door dit medicijn erger worden. Misschien kan de arts een ander medicijn voorschrijven.

    Als deze bijwerkingen ontstaan is dat meestal na lange tijd gebruik (meerdere maanden). Soms komen ze pas aan het licht als u met dit medicijn bent gestopt. Na stoppen nemen de verschijnselen na verloop van tijd af. Maar bij een deel van de mensen gaat deze bijwerking niet meer helemaal over.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik trihexyfenidyl gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld het reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u naast dit medicijn nog een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn deel te nemen aan het verkeer als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals duizeligheid, slaperigheid, hallucinaties, wazig zien en geheugen- en concentratiestoornissen. U mag de eerste paar dagen dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto als de dosering omhoog gaat. Pas nadat u gedurende een paar dagen dezelfde dosering gebruikt, mag u weer autorijden. Na een paar dagen zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten. U mag dan weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

Let op: ook de ziekte van Parkinson en psychiatrische aandoeningen kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer’ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol versterkt de bijwerkingen dit medicijn, zoals het versuffende effect, de duizeligheid en maagklachten. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit middel tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander middel.

Borstvoeding 
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het slecht voor de baby is. Wel is bekend dat dit medicijn er voor kan zorgen dat de borstvoeding vermindert of zelfs stopt. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de goedee dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Wanneer?
Neem de tabletten tijdens of vlak na het eten in met wat water. U heeft dan de minste kans op bijwerkingen als misselijkheid en braken.

Hoe lang?

Bewegingsstoornissen door medicijnen
Meestal gebruikt u dit medicijn een paar dagen tot weken lang, tot de bewegingsstoornissen over zijn. In een enkel geval heeft u het medicijn langer nodig, overleg hierover met uw arts.

Ziekte van Parkinson
Uw arts zal regelmatig het effect van dit medicijn met u bespreken. Zolang het medicijn voldoende werkt en u weinig bijwerkingen ervaart, kunt u het blijven gebruiken.