Medische Encyclopedie
Inhoud
- Wat doet vilanterol met fluticason inhalatie en waarbij gebruik ik het?
- Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
- Mag ik vilanterol met fluticason inhalatie gebruiken met andere medicijnen?
- Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
- Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
- Hoe gebruik ik dit medicijn?
vilanterol met fluticason inhalatie
Vilanterol is een luchtwegverwijder die lang werkt. Fluticason is een bijnierschorshormoon (corticosteroïd). Het is een luchtwegbeschermer.
Artsen schrijven de combinatie voor bij astma en chronische obstructieve longziekte (COPD).
Wat doet vilanterol met fluticason inhalatie en waarbij gebruik ik het?
Astma
Verschijnselen
Bij astma verkrampen de spieren van de luchtwegen, waardoor u kortademig wordt, moet hoesten en het benauwd krijgt. Deze benauwdheidsaanvallen ontstaan door prikkels, zoals koude lucht, rook, inspanning, emoties en stoffen waar u allergisch voor bent. Op sommige momenten bent u gevoeliger voor deze prikkels dan op andere momenten.
Oorzaak
Bij gezonde mensen veroorzaken deze prikkels geen benauwdheid, terwijl mensen met astma hier wel gevoelig voor zijn. Bij hen reageren de slijmvliezen in de luchtwegen als ze met deze prikkels in aanraking komen. Bij deze reactie trekken de luchtwegen samen, waardoor u benauwd wordt.
Werking
Een inhalatie met vilanterol en fluticason voorkomt aanvallen van benauwdheid.
Fluticason remt ontstekingen en beschermt de luchtwegen tegen prikkels die benauwdheid veroorzaken. Het aantal benauwdheidsaanvallen neemt hierdoor af.
Vilanterol is een luchtwegverwijder. Hierdoor zullen de luchtwegen minder snel vernauwen. Vilanterol werkt langer dan de meeste luchtwegverwijders, zoals salbutamol of ipratropium. Namelijk 1 dag.
De combinatie van fluticason met vilanterol wordt bij astma gebruikt om aanvallen van benauwdheid te voorkomen. Dit medicijn is niet geschikt om een acute aanval van benauwdheid op te heffen. Daarvoor zijn andere medicijnen meer geschikt, zoals salbutamol en ipratropium.
Behandeling
Als eerste stap in de behandeling zal uw arts u 2 inhalatoren voorschrijven, namelijk een luchtwegbeschermer en een kortwerkende luchtwegverwijder, zoals salbutamol. Als deze onvoldoende helpen, kan uw arts een combinatie voorschrijven van een luchtwegbeschermer en een langwerkende luchtwegverwijder, zoals dit medicijn.
Effect
De werking begint binnen 15 minuten en houdt ongeveer 1 dag aan. Dee conditie van uw longen zal verbeteren. Hierdoor merkt u meestal binnen 1 tot 2 weken dat het aantal benauwdheidsaanvallen minder wordt. U moet het wel consequent één keer per dag gebruiken.
Chronische obstructieve longziekte (COPD)
COPD is de Engelse afkorting voor chronische obstructieve longziekte. Bij COPD zijn de luchtwegen blijvend vernauwd en heeft u last van slijm in de luchtwegen. U moet daardoor veel hoesten en bent vrijwel altijd benauwd. De klachten kunnen af en toe verergeren of juist verbeteren. De oorzaak van COPD is meestal een beschadiging van de luchtwegen, bijvoorbeeld door roken.
Werking
Vilanterol en fluticason verminderen benauwdheid. De combinatie kan bij COPD de conditie van de longen verbeteren, waardoor het aantal opvlammingen van de ziekte afneemt. U heeft dan minder vaak prednisolon-stootkuren, antibioticakuren of ziekenhuisopnamen nodig.
De fluticason in de combinatie remt ontstekingen en beschermt de luchtwegen tegen prikkels die benauwdheid veroorzaken.
Vilanterol is een luchtwegverwijder die de vernauwing van de luchtwegen kan opheffen. Vilanterol werkt langer dan de meeste luchtwegverwijders, zoals salbutamol of ipratropium. Namelijk 1 dag.
Dit medicijn is niet geschikt om een acute aanval van benauwdheid direct op te heffen. Daarvoor is een snelwerkende luchtwegverwijder nodig, zoals salbutamol of ipratropium.
Behandeling
Mensen met COPD gebruiken vooral luchtwegverwijders om hun klachten te verminderen. Als u meer dan twee keer per jaar een opvlamming van de ziekte heeft, kan uw arts naast een luchtwegverwijder ook een luchtwegbeschermer voorschrijven. Een luchtwegbeschermer werkt vooral als u naast COPD ook last heeft van astma, overgevoeligheidsreacties of ontstekingen.
Het werkt niet altijd bij COPD, daarom schrijft de arts het meestal eerst voor een periode van een aantal maanden voor om te kijken of het werkt.
Effect
De werking begint binnen 15 minuten en houdt ongeveer 24 uur aan. Als het medicijn bij u werkt, merkt u binnen 1 tot 4 weken dat het aantal benauwdheidsaanvallen afneemt. Na een aantal maanden kunt u samen met uw arts beoordelen of het aantal opvlammingen voldoende is afgenomen. U moet het wel consequent één keer per dag gebruiken.
Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
Hoofdpijn
Verkoudheid, zelden griep
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
Schimmelinfectie in de mond en keel, heesheid, keelpijn, droge en geïrriteerde mond en kriebelhoest. Dit ontstaat als dit medicijn vaak in de mond en keel achterblijft. Een schimmelinfectie in de mond merkt u aan een witte aanslag in de mond.
Raadpleeg bij deze klachten uw arts.
Advies bij schimmelinfectie, heesheid en keelpijn en droge mond: vaak helpt het in deze gevallen anders te inhaleren, zodat minder van dit medicijn in de keel en mond terechtkomt. Vraag uw apotheek of arts om uw manier van inhaleren te controleren. U kunt hiervoor ook het instructiefilmpje op deze site bekijken.
Schimmelinfecties, heesheid en keelpijn kunt u ook voorkomen door:- na het inhaleren uw mond te spoelen met een slok water en dat vervolgens uit te spugen. Daarna neemt u nog een slok water, gorgelt daarmee en slikt dat door;
- na het inhaleren iets te eten of uw tanden te poetsen.
Advies bij droge mond: als u veel last heeft van een droge mond kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes. Door de droge mond ontstaan sneller gaatjes in uw gebit en ontstekingen van het slijmvlies van de mondholte. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.
Longonsteking en andere infecties van de luchtwegen, zoals bronchitis, bijholte- of voorhoofdsholteontsteking (sinusitis), keelontsteking. Raadpleeg uw arts als u meer moeite krijgt met ademhalen, meer moet hoesten, kortademig wordt en een snelle ademhaling of pijn bij diep inademen krijgt. Verder als u forse hoofdpijn of keelpijn, koorts of een snelle hartslag krijgt, of als u slap, lusteloos en vermoeidheid wordt.
Toename van de benauwdheid direct na inhaleren.
In dat geval dit medicijn niet meer gebruiken en een arts raadplegen.
Buikpijn
Gewrichtspijn, rugpijn, spierkrampen.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Hartkloppingen, versnelde hartslag en, zeer zelden, andere hartritmestoornissen. In zeldzame gevallen kunt u last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Dit is vooral van belang voor mensen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het aangeboren verlengde QT-interval.
Hartkloppingen horen binnen enkele uren na gebruik over te gaan. Heeft u er na 2 weken nog altijd last van, raadpleeg dan uw arts.
Gebruik dit medicijn NIET als u het aangeboren verlengde QT-interval heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.Trillende handen
Veranderde smaak
Neusbloedingen
Dit gaat meestal vanzelf over als u gewend bent aan dit medicijn. Heeft u naar een paar dagen nog last? Raadpleeg dan uw arts.
Psychische klachten, zoals nervositeit, angst, rusteloosheid of hallucinaties. Kinderen kunnen energieker, prikkelbaar, depressief, angstig of agressief worden of slapeloos worden.
Mocht u of uw kind veel last hebben van deze bijwerkingen, vraag dan uw arts om advies.
Wazig zien, oogpijn of een gezwollen rood oog.
Dit wijst op een verhoogde oogboldruk (glaucoom). Waarschuw dan direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst. De kans op oogklachten is groter als u dit medicijn langer dan 3 maanden gebruikt of als u per ongeluk een beetje van het medicijn in uw oog krijgt. Spoel dan uw oog direct met lauw kraanwater.
Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, galbulten of jeuk.
In zeer zeldzame gevallen kunt u last krijgen van gezwollen oogleden, lippen of gezicht of ernstige benauwdheid of kunt u flauwvallen. Waarschuw dan direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
Als u overgevoelig bent voor dit medicijn, geef dit dan altijd door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.
Onderstaande bijwerkingen kunnen zelden voorkomen als dit medicijn in grotere hoeveelheid in het bloed komt. Dat kan gebeuren als u het langdurig of in hoge dosering gebruikt. Of als bij u veel van dit medicijn in de mondholte achterblijft en u dat doorslikt.
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
Botbreuken
Ontstaat doordat de botten poreuzer worden door botontkalking (osteoporose).
Kneuzingen en blauwe plekken doordat de huid dunner wordt.
Raadpleeg uw arts als u dit bemerkt.
Kleine vertraging van de lengtegroei bij kinderen.
Dit gebeurt vooral in de eerste 3 maanden van gebruik. Meestal lopen kinderen deze groeiremming op latere leeftijd gewoon weer in. Uw arts zal het kind controleren op de groeisnelheid.
Diabetes (suikerziekte), vooral bij ouderen. Mensen die diabetes hebben, kunnen meer glucoseverlagers nodig hebben.
Meet daarom vaker uw bloedglucose.
Vasthouden van vocht (oedeem). Dit merkt u vooral aan opgezwollen enkels en voeten.
Neem contact op met uw art als u dit merkt.
Zwaarder worden.
Door het vasthouden van vocht, maar ook door toename van de eetlust.
Hoge bloeddruk.
Door het vasthouden van vocht en het zwaarder worden.
Opgezwollen gezicht.
Door een veranderde verdeling van het onderhuidse vet.
Huidklachten, zoals slechter genezende wondjes, acne, overmatige haargroei (vooral in het gezicht).
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Uitleg frequenties
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen
Mag ik vilanterol met fluticason inhalatie gebruiken met andere medicijnen?
Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.
De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.
- De bètablokkers carvedilol, labetalol, oxprenolol, propranolol en sotalol. Bètablokkers worden gebruikt bij hart- en vaatziekten, migraine, schildklierziekten, hartritmestoornissen en examenvrees.
Bètablokkers kunnen het effect van vilanterol met fluticason tegengaan. Hierdoor kunt u meer last van benauwdheid krijgen.
Gebruikt u een bètablokker? Neem contact op met uw arts als u deze combinatie voorgeschreven krijgt. Mogelijk is een ander medicijn beter geschikt voor u. Gaat u de combinatie toch gebruiken? Let dan op of uw benauwdheid verergert, raadpleeg in dat geval uw arts. - Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
- Het antischimmelmiddel itraconazol. De hoeveelheid fluticason in het bloed kan door dit middel stijgen. Hierdoor zijn de werking en de bijwerkingen sterker. Uw arts zal extra letten op bijwerkingen.
Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.
Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.
Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of dit binnenkort wil worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.
Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Na inhalatie komt het medicijn in zeer kleine hoeveelheden in het bloed. Hierdoor kan er maar weinig in de moedermelk komen.
Hoe gebruik ik dit medicijn?
Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.
Hoe?
- Goed inhaleren is lastig en vergt veel oefening. Alleen als u goed inhaleert komt de werkzame stof diep genoeg in uw longen om te werken.
- De apotheekmedewerker zal u uitleggen hoe het apparaat werkt en het inhaleren een keer voordoen. Daarna kunt u een keer oefenen en kan de apotheekmedewerker nagaan of u alle handelingen goed uitvoert. Bekijk ook het instructiefilmpje op deze site.
- Laat regelmatig, bijvoorbeeld elk jaar, in de apotheek controleren of u nog op de juiste manier inhaleert. Lukt het u niet om goed te inhaleren? Vraag uw arts of apotheker om advies.
- Spoel na het inhaleren uw mond met een slok water en spuug dat vervolgens uit. Daarna neemt u nog een slok water, gorgelt daarmee en slikt dat door. U zorgt er zo voor dat alle medicijn uit uw mond is verdwenen. U voorkomt hiermee heesheid en schimmelinfecties in uw mond. Als u na het inhaleren gaat eten of uw tanden poetst zal dit effect nog groter zijn.
Extra informatie inhalatiepoeder in Ellipta
- Het inhalatiepoeder zit in een ‘Ellipta-inhalator’. De Ellipta is een apparaatje met een voorraad van 30 doses. Zodra u het bakje waar de Ellipta inzit openmaakt, is de inhalator 6 weken houdbaar. De datum kunt u invullen in het vakje op het etiket op de inhalator.
- Elke keer dat u de beschermkap opendraait, valt een dosis poeder in het daarvoor bestemde vakje. Daarna kunt u het inhaleren. Als alle porties poeder op zijn, heeft u een nieuw apparaatje nodig. U merkt dat het apparaatje leeg is, als de teller op het apparaat naar nul is gegaan. U kunt dus op tijd een nieuw apparaatje aanvragen.
- Open de beschermkap pas, als u klaar bent om te inhaleren. Schud de inhalator niet.
- Adem zo diep mogelijk uit, NIET door de inhalator.
- Plaats het mondstuk tussen uw lippen en sluit uw lippen om het mondstuk. Zorg ervoor dat u de luchtopening niet met uw vingers afsluit.
- Adem langzaam en gelijkmatig in. Haal de inhalator uit uw mond en houd uw adem 3 tot 4 tellen in. Adem daarna langzaam uit.
- Sluit de inhalator en spoel uw mond.
Wanneer?
Gebruik de inhalaties op ongeveer hetzelfde moment van de dag, bijvoorbeeld vóór het ontbijt.
Hoelang?
Binnen 1 tot 2 weken zult u merken dat u minder benauwd bent. Pas na een aantal weken is het effect optimaal.
- Heeft u astma en is er na 2 weken nog onvoldoende effect? Overleg dan met uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast.
- Heeft u COPD en is het aantal opvlammingen na een half jaar nog steeds hetzelfde? Dan zal uw arts u waarschijnlijk adviseren te stoppen met deze inhalaties. Dit medicijn heeft niet bij iedereen effect.
- Als u 3 maanden lang niet meer benauwd bent, kan uw arts u adviseren om over te stappen op een lagere dosering of een lagere sterkte.